Neurotechnologie toegelicht

Neurotech – breintechnologie en neurohacks

Door te focussen op de interactie tussen brein en computer verbindt neurotechnologie gedachten met de buitenwereld. Door middel van complexe sensoren en nieuwe wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen biedt neurotechnologie blinden mogelijkheden om weer te zien, dwarslaesiepatiënten (weer) te lopen en depressieve mensen zichzelf te helen. Neurotech stelt ons ook in staat om machines met onze gedachten te besturen, waardoor we in principe zelfs aanverwante technologieën als robotica en zelfrijdende systemen kunnen revolutioneren. De sleutel tot deze nieuwe technologie is de brein-/computerinterface (BCI), een systeem dat zorgt voor een directe meting van breinactiviteit door kleine elektrische signalen te vertalen in een taal die de computer kan begrijpen. Daardoor kan een enkele gedachte in feite alles besturen dat kan worden geautomatiseerd. Klinkt dit als sciencefiction?

Phillips is nu al bezig met de ontwikkeling van medische systemen voor thuisgebruik die gebruikmaken van BCI. Daardoor kunnen patiënten die lijden aan neurodegeneratieve aandoeningen als Alzheimer en de ziekte van Parkinson hun medische apparaten zelf thuis besturen. Deze systemen meten de elektrische activiteit van de hersenen die wordt gegenereerd door bepaalde gedachten, zoals ‘open mijn e-mail’. De interface vertaalt deze gedachten in een opdracht, zoals een stemgestuurd systeem zou doen, waardoor een patiënt met een beperking of spraakgebrek toch in staat is apparaten te activeren en besturen, zonder dat hij zijn stem of handen hoeft te gebruiken. Hierdoor wordt onafhankelijkheid een bereikbaar doel voor mensen die anders voortdurend zorg nodig hebben.

De toekomst van neurotechnologie

Neurotech ontwikkelt zich steeds sneller. Verfijndere BCI’s en snellere computers maken het mogelijk de big data die de hersenen produceren te analyseren. Binnenkort krijgen we bijvoorbeeld ook met stemmingstherapie te maken. Thync lanceert een draagbaar bandje dat de hersenen stimuleert om een ontspannen of juist energiek gevoel te creëren, afhankelijk van de stemming waar de drager behoefte aan heeft. Het Thync-bandje zendt via een kleine pleister boven de wenkbrauw signalen naar de frontale cortex, waardoor gebruikers bijvoorbeeld meer energie krijgen of zich beter kunnen concentreren of ontspannen. Verdere ontwikkelingen op dit gebied maken naar verwachting directe stemmingsbeoordeling en-correctie mogelijk. In de nabije toekomst kan met een wearable de komst van een depressie misschien wel te voorspellen zijn en is de chemie van de hersenen aan te passen om dat te voorkomen. Dat zou het einde betekenen van de conventionele medicijnen.

Zo mogelijk nog interessanter is de ontwikkeling van een BCI die het menselijk brein kan uitbreiden. Deze neurohybriden, een stap in de richting van cyborgs, zullen slimme of intelligente hersenimplantaten hebben die het lerend vermogen, het geheugen en motorische functies in real time verbeteren door hersenactiviteit te monitoren en onmiddellijk aan te passen als dat nodig is om prestaties te maximaliseren. Stel je voor dat je op dezelfde manier door je herinneringen kunt ‘scrollen’, zoals je dat met berichtjes op je telefoon doet of dat je je hartfunctie en spiergroei met je hersenen kunt beoordelen en beïnvloeden.

Aan de andere kant zijn de ethische uitdagingen die deze technologie oproept immens. Moeten we neurohybriden toestaan om het op sportgebied op te nemen tegen ‘gewone’ atleten? Zal de niet-hybride mens kunnen meekomen op het werk, of zal deze nieuwe tech leiden tot een onderklasse van ‘normale’ mensen? Zullen deze ontwikkelingen de effecten van sociale en materiële ongelijkheid alleen maar vergroten? Terwijl we neurotech verder ontwikkelen, moeten we misschien door de sciencefictionboeken bladeren om te zien wat de ethische aspecten van deze extreem futuristische technologie kunnen zijn.