Arteficial Intelligence (AI)

Een ontwikkeling die met big data samenhangt, is de opkomst van AI. Big Data en AI kunnen in feite niet zonder elkaar, omdat AI helpt om die enorme informatievijvers productief te maken. We hebben de hulp nodig van computersystemen of softwaretoepassingen die kunnen redeneren en problemen oplossen.

In principe wordt er gesproken over ‘intelligentie’, omdat het systeem redeneert aan de hand van kennis van menselijke experts. Speciale algoritmes worden gebruikt om informatie van de gebruiker te verzamelen en analyseren en daarvan te leren. Het is steeds beter mogelijk om vrijwel onmiddellijke, real-time analyse te doen op informatie. Bovendien zit er vaak ook een ingebouwd lerend vermogen in de applicatie. Dat betekent dat het systeem slimmer wordt naarmate er meer data wordt verzameld. Zo wordt een zelfrijdende auto betrouwbaarder door elke gereden kilometer.

In elke app, toepassing en service zal in de toekomst AI worden geïntegreerd. Toch hebben we waarschijnlijk nu al te maken met AI, zonder dat we het weten. Kijken we op Netflix films en series, dan krijgen we bijvoorbeeld een ‘Ook geschikt voor jou’ in beeld. Ook persoonlijke aanbevelingen op webwinkels vallen onder AI. In de zorg worden steeds meer vormen van AI toegepast. Denk bijvoorbeeld aan software die helpt bij het diagnosticeren van een specifiek ziektebeeld of die bepaalt welke behandeling het meest succesvol zal zijn.